Les 8 – Antwoorden op de Vragen

‘Wees jezelf’ Cursus – Hulp bij de ontwikkeling van je Zelf-Gevoel

Hier zijn een aantal vragen om (voor jezelf) te zien of je de concepten van Les 8 goed begrijpt:

  1. Noem de begrippen die betrekking hebben op het afhankelijk zijn van een ValsZG voor de ervaring van je Zelf.
    De concepten die betrokken zijn bij het afhankelijk worden van een Vals Zelf-Gevoel:
    Allereerst is er de vertekenende ouderlijke Spiegeling van het kind, die bij hem/haar een Gebrek aan Zelf-Gevoel veroorzaakt.
    Voor het kind betekent dat: angst voor het gevoel van Bestaansloosheid, die leidt tot een constante behoefte aan goedkeuring, die het kind het gevoel geeft dat het mag bestaan.
    De afhankelijkheid van goedkeuring begint zich te ontwikkelen als het kind steeds opnieuw deze cirkel moet herhalen om een gevoel van veiligheid te creëren.
    In de eerste zes jaar (?) begint zich een Overlevingsstrategie uit de Vroege Jeugd te ontwikkelen, waarmee het kind uitvindt hoe het goedkeuring kan krijgen en er een strategie van maakt.
    Dit maakt hem afhankelijk van het uitvoeren van Ego-Referenties met hun Verborgen Agenda’s, om uiteindelijk zijn Verborgen Doel te bereiken, dat dienst doet als een Vals Zelf-Gevoel.
  2. Op welke manier is Bestaansloosheid verbonden met de dood?
    De term Bestaansloosheid wordt gebruikt in de Zelf-Gevoel Methode om de angst uit te drukken dat je gezien en ervaren wordt als wel levend, maar niet ‘bestaand’. Het betekent dat je aanwezig bent in en als een lichaam, maar je essentie heeft geen invloed op anderen. Het is alsof je leeft, maar niet gezien of gehoord wordt.
  3. Waarom speelt de Angst voor Bestaansloosheid zo’n saboterende rol?
    De Angst voor Bestaansloosheid is verantwoordelijk voor veel stress in je leven. De angst om je Zelf-Gevoel te verliezen of het niet terug te kunnen krijgen (als je iets niet op een voor jou perfecte manier hebt gedaan) voegt heel veel stress toe aan de taak die je wilt uitvoeren.
    Door de Angst voor Bestaansloosheid werk je vanuit Indirecte Motivatie, wat betekent dat je iets niet doet omwille van de handeling zelf, maar voor je Verborgen Doel. Dit verhoogt de kans dat je zult falen.
  4. Beschrijf de relatie tussen (Angst voor) Bestaansloosheid en het Verborgen Doel.
    Hoe meer afkeuring je van je ouders krijgt (wat een sterker gevoel van Bestaansloosheid veroorzaakt) hoe groter de behoefte om het Verborgen Doel (hun acceptatie/goedkeuring) te bereiken. Omdat het kind niet echt ‘gezien’ wordt door de ouder, voelt het zich al niet-bestaand. En als het Verborgen Doel niet gehaald wordt, kan dat uitmonden in Angst voor Bestaansloosheid.
  5. Waar of niet waar: Als je eenmaal een ValsZG ervaart is alles oké!
    Niet waar; het Vals Zelf-Gevoel is een vervanging van de echte Zelf-ervaring. Het vult de leegte waar een Zelf-Gevoel zou moeten zijn. Het geeft een kunstmatige ruggengraat waar je je keuzes en beslissingen op kunt baseren, maar die keuzes zijn niet echt de jouwe. Afhankelijkheid van een Vals Zelf-Gevoel moet hoe dan ook hersteld worden.

De volgende drie vragen zijn persoonlijk.
Ze dienen om je inzicht in je Zelf te verdiepen door je uit te nodigen de begrippen van Les 9 toe te passen op je eigen leven:

  1. Wanneer ervaar je de Angst voor Bestaansloosheid?
  2. Wat doe je als je vast komt te zitten in je pogingen om Bestaansloosheid te vermijden en je ValsZG het overneemt?
  3. Welke angsten zijn het moeilijkst voor jou?