Onlangs heb ik het pas goed begrepen: ik be- en veroordeel mijzelf voortdurend maar niet volgens mijn eigen criteria. Niet met de normen en waarden die ik zelf heb vastgesteld in mijn toch al vrij lange leven.
Ieder kind zou met het volste vertrouwen veronderstellen dat iemand van mijn leeftijd (ik laat maar even in het midden hoe oud ik ben, maar het is niet moeilijk om erachter te komen, als je het echt wilt weten) zich toch zeker niets gelegen zou laten liggen aan het oordeel van anderen.
Niets is minder waar. In mij draag ik nog steeds het vlijmscherpe oordeel van degene(n) die mij hebben grootgebracht. Maar ik ben er zo aan gewend dat het eigenlijk nooit duidelijk is wanneer ik mijzelf aan hun oordeel onderwerp. Ik dacht gewoon dat het mijn eigen normen waren. Sterker nog: eigenlijk dacht ik er helemaal nooit over na.
Maar nu ga ik er, indien nodig, gewoon eens goed voor zitten.
Telkens als ik een slecht gevoel over mijzelf heb, neem ik de tijd om mezelf duidelijk af te vragen: wat denk ik eigenlijk echt zelf over mijn eigen gedrag, of over mezelf als ik iets niet tot een goed einde heb weten te brengen. Als ik weer eens te laat ben en mijzelf erom haat. Als ik mij schaam dat ik me heb verslapen en ik onbewust terug ben in het verleden en die keren herleef waarop ik niet op tijd aan het ontbijt verscheen en met bonkend hart de emotionele schade probeerde te beperken door mijn moeder aan het lachen te krijgen.
Vaak kom ik dan tot de conclusie dat het allemaal zo erg nog niet is, waar ik zogenaamd gefaald heb of de boot gemist. Of dat er gegronde redenen waren waardoor er iets niet op tijd af is gekomen. Er is helemaal geen reden om zo’n verschrikkelijk gevoel van mislukking over mezelf te ervaren.
Kinderen nemen per definitie aan dat hun ouders gelijk hebben en als we geen gezond gevoel ontwikkelen onze eigen persoon te zijn, blijven we wellicht te gehecht aan het kinderlijk oordeel dat we onbewust hebben overgenomen van onze opvoeders. Zo ook hun oordeel over onszelf.
Dus, de volgende keer als je denkt dat je het verbruid hebt of je eigen glazen hebt ingegooid wees dan vriendelijk voor jezelf en stel jezelf die vraag: “Wat denk ik er eigenlijk echt zelf van?” Je bent toch je eigen beste vriend of vriendin? Je bent toch zeker zelf alles wat je hebt in de wereld? Hoe zou je dan niet achter jezelf staan – zelfs als je niet perfect bent? Je doet je best en dat weet je zelf als geen ander.
Wees je eigen beste vriend of vriendin – dan ben je altijd in goed gezelschap!
Antoinetta Vogels